De haven is mijn speeltuin.
Kranen torenen boven alles uit, sleepboten glijden als reuzenmieren door het water, boulders liggen als vergeten reuzenstenen in het 'landschap'. Boorplatformen en kabelleggers rijzen op als stalen kathedralen in wording en de poten van thingemejigs staan als wachters van een andere wereld. Waar je ook kijkt, het uitzicht leeft, beweegt, verrast. Altijd.
De mens maakt structuren. Structuren om het leven te stroomlijnen om te werken, te vervoeren, te beheersen. Het resultaat? Monumentaal, intimiderend, smerig en soms ronduit lelijk. Maar is het echt lelijk? Of schuilt er schoonheid in die rauwe eerlijkheid?
Elke constructie draagt een eigen ritme. Een wirwar van lijnen, hoeken en volumes die het oog blijft volgen. De haven is een smeltkroes van deze industriële choreografie. Juist die visuele chaos maakt het onweerstaanbaar.
Waar gewerkt wordt vallen in dit geval mooie plaatjes!