In de gouden zeventiende eeuw vormden Haarlem, Leiden, Delft, Dordrecht, Gouda en Schiedam, allemaal in de schaduw van het machtige Amsterdam, het bruisende hart van Holland.

Zes steden, elk met een eigen karakter, maar verbonden door één rijk verleden.

Wandel door Haarlem en je ruikt nog de geur van ambacht: waar ooit bierbrouwers en linnenwevers floreerden, proef je vandaag de dag nog steeds de sfeer van welvaart. In Leiden herinneren de statige gevels en de Lakenhal ( nu een museum) aan de glorietijd van de textiel. Delft schittert met zijn iconische Delfts Blauw en de stille schoonheid van Vermeers beroemde straatje.

In Dordrecht glinstert het water tussen oude pakhuizen en grachten, ooit de draaischijf van de handel in de Republiek. Gouda pronkt met zijn middeleeuwse stadhuis, het charmante waaggebouw en de kaasmarkt die nog steeds bezoekers trekt van over de hele wereld. En in Schiedam torenen de grootste molens ter wereld boven de stad uit, stille getuigen van de bloeitijd van de jenever.

Zes verschillende steden, één verleden vol goud, vakmanschap en verhalen.

Samen vormen ze het geheim van Holland.